Praten over je werk - maar dan anders

Taal en werk, het blijft een spanningsveld. Bij het gebruik van termen als challengen, laaghangend fruit, onboarden, commitment en ecosfeer verliezen veel mensen hun interesse in wat er gezegd wordt. Velen kennen het grapje van de bullshit bingo. Maar de relatie tussen taal en werk gaat verder dan dat.

Denker des Vaderlands Daan Roovers schreef in Trouw van 24 mei jl. over het binnendringen van woorden uit de werksfeer in de privésfeer, zoals missie, strategie, vitaal, autonoom, inzetbaarheid. Ik denk dat het waar is: werk en privé lopen in elkaar over, of we dat nu willen of niet. Het feit dat onze taal hierdoor aan het veranderen is, betekent volgens mij dat we het niet meer kunnen tegenhouden, het gebeurt gewoon.

Passie en purpose

Je kunt de flexibilisering van arbeid de schuld geven, en dat klopt deels, maar er is meer aan de gang, en al langer. Een vroege aanwijzing is dat in managementdenken het idee postvatte dat werkelijke klantgerichtheid alleen maar lukt als medewerkers geloven in hun product. Je moet bij je product passen, met passie (weer zo’n woord) eraan en ervoor willen werken. Meer recent is het denken vanuit ‘The Why’, vanuit ‘Purpose’: als je als bedrijf niet weet waarom je er bent, wat je diepere en eigenlijke missie op deze wereld is, dan verlies je het op de markt en vooral op de arbeidsmarkt. Dit laatste is overigens geen managementhype: grote banken en grote oliemaatschappijen hebben écht problemen om talent aan zich te binden. De missie van die bedrijven spreekt veel jongere hoogopgeleide werknemers niet aan, en dat is een reden om verder te kijken.

Onze taal volgt deze trend. Want dit managementdenken houdt in dat je als persoon, met je overtuigingen en drijfveren, bij je werk moet passen: de juiste vaardigheden hebben is niet genoeg. Ik ken een verhaal van een grote bank die letterlijk na een ingrijpende reorganisatie het personeel voor de nieuwe posities selecteerde op basis van, vrij geformuleerd, ‘het passen bij de nieuwe cultuur’, niet op basis van ‘harde’ vaardigheden.

Je werk is altijd in de buurt: whatsapp wordt ook zakelijk gebruikt, je mail is te lezen vanaf je telefoon, iedereen is altijd bereikbaar. Ook de observatie, her en der opgevangen, dat als je níet zegt dat je het drukdrukdruk hebt, de omgeving gaat denken dat het niet goed met jóu gaat: het loopt een beetje lauwtjes op je werk dus gaat het dan wel goed met jou?

Werkplezier

Dit betekent volgens mij ook dat plezier hebben in je werk, en er voldoening in vinden, steeds belangrijker worden. Als je geen plezier in je werk hebt, gaat dat ook aan je privéleven knagen. Je werk is een deel van je levensvervulling geworden, veel meer dan een manier om geld te verdienen. Dit stelt hogere eisen. Aan het individu zelf, die veel meer moet opletten om de juiste keuzes te maken, en zo eigen voorwaarden moet scheppen om plezier en voldoening te vinden. Aan de sfeer op het werk: als die vervelend is, wordt het er thuis ook niet beter op. Aan de werkgever: als hij geen aansprekende missie weet te formuleren en de beloftes niet waarmaakt, houdt hij zijn mensen niet of wordt het verzuim te groot.

Onduidelijkheden, onoplosbare conflicten, een niet uitlegbare beloning of gouden kooi komen sneller mee naar huis, des te meer omdat je de woorden ervoor al eerder thuis gebruikt hebt. Wij als Eprom denken dat het allemaal begint met de afspraak tussen het individu en de organisatie: wat verwachten wij van jou en wat krijg je daarvoor terug. Een heldere afspraak, verantwoordelijkheden die samenwerking en initiatief bevorderen, ontwikkelmogelijkheden en een passende beloning, ruimte voor innovatie en een aansprekende maatschappelijke bijdrage vormen de voorwaarden voor werkplezier.

Ronald Borgts

Contact
close slider

    Contactformulier

    Vul hieronder uw gegevens in, dan zal één van onze adviseurs u direct benaderen:

    HeerMevrouw